zaterdag 5 november 2016

Goudriaan

Omhoog kijken

Op een bankje achter de kerk van Goudriaan zaten twee mannen op respectabele leeftijd. De herfst joelde jolig door de bomen en ik liep door het hek wat zich knerpend open liet maken het kerkhof op, om de kerk van die kant eens te bezien.
“Weet je, ik heb toch zo’n schik in dat wijfie van me. Ze houdt me schoon, ze is lekker warm in bed en kookt in een handomdraai een kapucijner –sc...
hotel in elkaar waar je vork rechtovereind in blijft staan”.
De ander had een zoute druppel van de koude onder de neus die maar niet vallen wilde en hoorde zijn gesprekspartner met afgewend hoofd en twee reusachtige spekoren aan.
“Dus je zou zeggen, dan hebbie een tref met haar want een man alleen na het overlijden van zijn eerste vrouw is ook niet alles. Ik viel op haar kont, als ik eerlijk mag zijn. Ik houd van een lekkere kont. Niet om op te rijden hoor, daar benne ik te oud voor, maar gewoon voor het zicht. En je kunt je handen in de winter er zo lekker "an" warmen.”
“Nou dan hebbie geen klagen toch zekers Janus”, riep de ander terwijl de druppel onder zijn imposante zinksnijder heen en weer bewoog.”
“Nou, dat zalk je zeggen man, er is één ding waar ik gek van word. Ze zit maar te zagen over het hiernamaals en het omhoog naar de hemel gaan. Ik zeg mens, ben je soms bang datte ge snel dood gaat.”
“Is ze ziek dan Janus?”
“Nee tis meer spychies, ik heb haar al aangeraaie naar de spychiater te gaan maar luisteren ho maar. Doodgaan, daar mot je niet over tobben mens, op het moment dat het gebeurt ist vroeg genog om er over te denken.” Ze stonden op en kuierden op kromme benen weg richting een rijtje oude huisjes vlak bij de kerk, uitgesproken als “Kark.”
Ik zette mijn camera tegen een boom en keek omhoog naar de hemel. Uit het raampje van een oude woning kwam een geur van kapucijners met spek. Lekker.. De herfstwind deed er wat bladeren bij vallen
….